Gedragsverandering gaan meestal nooit ineens maar vaak stap voor stap. In dit veranderingsproces zijn 5 stappen of fasen te identificeren die nodig zijn, en doorlopen moeten worden, om gedrag of gewoontes te veranderen.
Dit “Transtheoretical Model of Change” (Prochaska), ook wel het “Stages of Change” model genoemd, is breed toepasbaar en uitstekend te gebruiken daar waar een gedragsverandering nodig is. Het kan worden toegepast bij personen, maar ook binnen teams en organisaties.
Motivatie is een voorwaarde voor verandering
Veranderingen zijn pas duurzaam als iemand ook echt en voldoende gemotiveerd is om te veranderen. M.a.w. men moet het zelf écht willen. Dit heet intrinsieke motivatie. Extrinsieke motivatie, motivatie van buitenaf, werkt vaak maar van korte duur.
Fase 1 – Ontkenning (pre-contemplation)
Dit is de fase waarin iemand zich niet bewust is van het feit dat hij misschien wel een probleem heeft of veroorzaakt. Hij zal het ontkennen, de noodzaak nog niet inzien, of de oorzaak van het probleem voornamelijk buiten zichzelf zal zoeken. Hij wil (nog) niet veranderen. Anderen zien dit vaak wel maar de persoon in kwestie zal zijn eigen probleemgedrag in eerste instantie ontkennen.
- “Er is niets aan de hand”, “Ik kan er niets aan doen” of “Ik ben niet verantwoordelijk”.
- Er is veel weerstand om te veranderen.
- Het is niet waarschijnlijk dat iemand uit zichzelf in de komende 6 maanden zijn gedrag zal veranderen, tenzij er een plotseling inzicht of een dringende noodzaak is.
Denk bij deze fase aan een zware drinker die zal beweren dat hij niet verslaafd is en kan stoppen wanneer hij wil. Of de perfectionist die niet in wil zien dat zijn werkstress mede veroorzaakt wordt door zijn eigen controledwang en perfectionisme.
Fase 2 – Erkenning (contemplation)
In deze fase is iemand zich bewust dat hij misschien wel een probleem heeft en hier zelf verantwoordelijk voor is. Hij wil wel veranderen maar weet alleen nog niet hoe, of denkt niet bij machte te zijn om dit te kunnen.
- “Er is wat aan de hand en ik ben mede verantwoordelijk.”
- Men heeft een begin gemaakt verantwoordelijkheid te nemen over het eigen gedrag maar staat nog sceptisch tegenover het eigen kunnen om te veranderen.
- Dit is de fase waarin men vaak hulp gaat zoeken.
- Een gedragsverandering binnen 6 maanden is mogelijk.
Fase 3 – Verkenning (preparation)
In deze verkennende fase maakt iemand plannen om daadwerkelijk iets aan zijn gedrag te gaan doen.
- “Ik kan het anders gaan doen en ik denk erover na hoe.”
- Er ontstaat hoop op een positieve afloop.
- Men is klaar om binnen 30 dagen actie te gaan ondernemen.
Fase 4 – Actie (action)
In deze fase onderneemt iemand actie om ook echt (iets) te veranderen.
- “Ik pak mijn verantwoordelijkheid en verander mijn gedrag of gewoontes waardoor ik een beter resultaat ga krijgen.”
- De verandering is gaande. Men ondergaat de verandering en experimenteert met wat werkt en wat niet.
- Het is belangrijk om in het begin kleine haalbare stappen te maken waarmee direct vooruitgang geboekt kan worden.
Fase 5 – Volhouden (maintenance)
Nieuw gedrag moet een gewoonte gaan worden ander bestaat het risico van een terugval. In deze fase moet men het nieuwe gedrag volhouden en integreren met andere activiteiten.
- “Ik wil het volhouden want ik zie dat het werkt.”
- Men verplicht zichzelf om het nieuwe gedrag, of de nieuwe gewoonte, vol te houden.
- Belangrijk is dat men zichzelf blijft belonen voor het nieuwe gedrag, en blijft focussen op het positieve resultaat, anders bestaat het risico op een terugval.
Terugval
Het is niet ongebruikelijk dat iemand 2 stappen vooruit maakt en daarna weer 1 stap terug, of dat men het bereikte resultaat niet (volledig) kan vasthouden. Een terugval kan dus onderdeel uitmaken van het veranderproces. Gebeurt dit, dan kan het gehele proces, of een gedeelte daarvan, weer worden doorlopen.